Hoe plant en snoei ik een haag?

Ideale haagvorm, geschoren onder een hoek van 85 graden


Ik wil graag een haag aanplanten.
Hoe maak ik de juiste keuze en hoe pak ik dit aan?

In bijna alle tuinen vindt men hagen terug.
Als afscheiding, als windscherm, als zichtscherm, om vakken te omranden, om privacy te creëren, als architecturale blikvanger of juist als achtergrond.
Afhankelijk van het doel van de haag, kan men nu de juiste haagplanten kiezen.
Een belangrijke keuze is ook het al dan niet groen blijven van de haag in de winter.

1. Planttijd:

Haagplanten worden verkocht in pot, met kluit of met blote wortel afhankelijk van de soort.
Grotere planten van coniferen of lauriersoorten hebben altijd een kluit.
Beuk wordt meestal aangeboden met blote wortel, tenzij het om grote planten gaat, dan worden deze geplant met een aardkluit.

Omdat kluitplanten en planten met blote wortel uit volle grond gerooid worden, dient men rekening te houden met de juiste plantperiode.
Men kan pas aanplanten wanneer deze planten in rust zijn.
Voor planten met blote wortel is dit van begin november tot einde maart/half april.
Kluitplanten kan men aanplanten vanaf half oktober tot half april.
Planten in pot verlengen het plantseizoen en kan men het gehele jaar door uitplanten.

2. Grondbewerking

Voor planten met blote wortel dient u bij voorkeur een greppel te graven van ongeveer 30 cm diep en 30 cm breed.
Bij kluitplanten dient de greppel anderhalf maal de breedte en anderhalf maal de hoogte van de kluit te zijn.
Het is tevens belangrijk om de grond onderaan in de greppel goed los te maken.
Wij adviseren om bij het planten een bodemverbeteraar (bv. Osmo Aanplantingsgrond) te mengen met de bestaande grond.
Zo zorgt u ervoor dat de plant voldoende organische stof en meststoffen heeft voor een goede start.

3. Het aanplanten

Planten met blote wortel dient men na aankomst onmiddellijk te planten.
Kan dit niet, dan voorlopig moet men de planten inkuilen zodat de wortels bedekt zijn.
Men kan ze ook bewaren in een tuinhuis/garage uit de wind en uit de zon.
Mits men de wortels nat maakt kan men de planten zo nog enkele dagen bovengronds bewaren.

De planten mogen nooit onbedekt in zon en wind blijven. Ook tijdens het transport doet men er goed aan de planten goed in te pakken, zodat de wortels niet kunnen uitdrogen.

Kluitplanten kan men eventueel nog even bovengronds bewaren vooraleer ze uit te planten.
De wortels zijn beter beschermd tegen uitdrogen.
Belangrijk, de kluitdoek moet ten allen tijde aan de planten blijven!
Het doek (jute) zorgt ervoor dat de haarworteltjes niet afscheuren en hij verteert vanzelf.

De planten worden geplant op dezelfde diepte als ze in de kwekerij hebben gestaan.(ongeveer 5 cm boven de eerste wortels of de kluit).
Planten in pot worden eveneens zo diep geplant als ze in pot gestaan hebben.
Na het aanplanten de grond goed aandrukken en de planten aangieten.

Bij droog en schraal weer moet men voldoende gieten, ook de maanden na planten.
De planten zijn nog onvoldoende geworteld zijn om uit zichzelf een erg droge periode te kunnen overbruggen.

4. Haagsteunen

Sommige haagplanten dienen gesteund te worden na de aanplanting.
Het zijn voornamelijk de planten met blote wortel die een steun nodig hebben gedurende enkele jaren zodat ze mooi recht kunnen opgeleid worden en niet door de wind kunnen losgerukt worden.
Klimplanten worden meestal tegen een draadafsluiting aangeplant zodat ze de afsluitingsdraad kunnen gebruiken als klimstructuur.
Beuk en haagbeuk worden gewoonlijk aangeplant aan galva leidraden welke worden bevestigd aan geïmpregneerde houten palen.
Een goede paalafstand in de rij is 300cm. De hoek- en eindpalen worden gestut door een schuin geplaatste paal.
De leidraden worden om de 50cm op de palen bevestigd tot ongeveer min 20cm van de bewenste haaghoogte.
Aan de leidraden bevestigt men de haagplanten met bindmateriaal dat voldoende rekvermogen heeft en na enkele jaren verweert zodat men geen ingroeiing in de planten bekomt.

5. Onderhoud en vormsnoei

Met het vormen van een haag moet men in een vroeg stadium beginnen.
Het is quasi onmogelijk oude, volwassen planten te veranderen in een goed verzorgde ondoordringbare haag.
Jaarlijks moet men de haagplanten zijdelings snoeien zodat men een dicht vertakte structuur bekomt.
Eenmaal de haag de gewenste hoogte heeft bereikt, mag men de haag ook bovenaan snoeien (= toppen).
Vanaf dan snoeit men jaarlijks de zijkanten en de bovenkant bij.
De kanten van de haag moeten van boven naar beneden uitlopen, zodat het zonlicht ook de lagere takken kan bereiken.
Scheren onder een hoek van 85 graden is ideaal.
Het is niet raadzaam om rechte kanten te hebben of kanten die naar de grond toe naar binnen lopen (kale uitgegroeide loten is het resultaat van te weinig zonlicht).
Men moet de hagen ook niet té schuin snoeien, dit is niet esthetisch tenzij men toch een apart visueel aspect wenst te creëren.

Het onderhoud van een haag beperkt zich niet alleen tot de jaarlijkse snoei.
Belangrijk voor een mooie dichte haag is tevens zijn voeding.
Jaarlijks in de lente geven we onze haagplanten een voedselvoorraad voor het komende groeiseizoen zodat ze stevig kan doorgroeien en weerstand opbouwen tegen allerlei plagen en ziekten.
Osmo Pro-5 is bijvoorbeeld een degelijke organische meststof die alles bevat wat uw haagplanten nodig hebben.
Kalkminnende haagplanten zoals bv. buxus geven we jaarlijks in het najaar wat magnesiumkalk, dit vooral in zanderige bodems.

6. Wat zijn de meest verkozen planten voor hagen?

Het belangrijkste onderscheid is groenblijvende haag versus bladverliezend (niet groenblijvend in de winter).
Vervolgens kan men de hagen nog gaan indelen op:
- hoge of lage hagen,
- snelgroeiende versus traaggroeiend,
- bloeiende hagen,
- hagen attractief voor vogels en insecten,
- hagen welke bessen, al dan niet eetbaar voor de mens, dragen.